Utrecht heeft meer jongeren in de jeugdzorg dan andere grote steden

Ruim vijftien procent van de jongeren in Utrecht kreeg in 2017 hulp van jeugdzorg. Daarmee scoort de stad hoger dan Amsterdam (12,8 %), Rotterdam (14,6 %) en Den Haag (14,2 %).  Landelijk was het aantal jongeren in de jeugdzorg elf procent. Leeuwarden scoort het hoogst met 18,6 procent jongeren in de jeugdzorg.

De gemeente Utrecht was vandaag niet in de gelegenheid toelichting te geven, maar volgens Tom van Yperen van het Nederlands Jeugdinstituut is het lastig te verklaren waarom Utrecht zo hoog scoort. ,,Dan moet je in gesprek met huisartsen, scholen en buurtteams. Luisteren naar wat zij merken bij jongeren. Het hangt van heel veel factoren af waarom jongeren behoefte hebben aan jeugdzorg.’’

Het totaal aantal jongeren in de jeugdzorg is sowieso landelijk gestegen. In 2015 waren er nog 366.000 jongeren in de jeugdzorg, in 2017 waren dat er 405.000. Volgens Eva de Vroome van Jeugdzorg Nederland komt dat omdat de jeugdzorg sinds 2015 een taak is van de gemeente in plaats van het Rijk. ,,Het is makkelijker geworden om sneller contact te leggen tussen de jongeren en hulporganisaties. Het is voor jongeren ook veel makkelijker om hulp te krijgen.’’

Onder jeugdzorg vallen jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering, waarin jeugdhulp het grootste aandeel heeft. De jeugdzorg is in 2015 gedecentraliseerd van het Rijk naar de gemeentes. Sindsdien is de zorg in handen van wijk- en buurtteams. Deze buurtteams kunnen sneller en makkelijker contact maken met jongeren. Zo kunnen jongeren sneller hulp vragen en makkelijker worden doorgestuurd naar de specialisten.

De jongeren zijn dus makkelijker te vinden voor de jeugdzorg. Maar volgens De Vroome worden de jongeren vervolgens niet altijd beter geholpen. Aan de ene kant komen er meer jongeren bij, aan de andere kant blijven de jongeren ook langer in de zorg hangen’’, zegt De Vroome.

Tom van Yperen van het Nederlands Jeugdinstituut begrijpt wel dat het niet lukt om jongeren met zorg sneller te helpen. ,,Gemeenten geven aan dat ze er gewoon nog niet aan zijn toegekomen. Het kost veel tijd en geld om de nieuwe manier van hulp goed te laten draaien.’’